Week numero uno
Door: Daktari Maartje
Blijf op de hoogte en volg Maartje
05 December 2008 | Tanzania, Sengerema
Hello everybody!
Alles goed daar? Heeft niemand de roe in zijn schoen gevonden? Ik hoop dat Sinterklaas voor iedereen leuk was of nog leuk gaat worden dit weekend, dat jullie lekker aan het genieten zijn van de lichtjes op straat en de warme kop thee binnen terwijl het buiten koud is.
Hier hebben Marlies en ik de eerste week overleefd als daktari (=dokter). Na een gezellig weekend zijn Annemiek, Nienke en Pauline op zondag vertrokken om met de trein naar Dar te gaan. Zondag het huis opgeruimd en schoongemaakt, bedden verschoven naar andere kamers en jaja, onze backpack uitgepakt! Zo raar om die rugzak leeg in de hoek te hebben staan! Toen voelde het pas echt zo, dat we drie maanden hier blijven, best gek! Het is erg fijn om hier een thuis te hebben waar je de shampoo gewoon in de douche kunt laten staan en je kleren op een vaste plek in de kast liggen.
En toen was het maandag... op naar het ziekenhuis voor onze eerste dag... Toen we erheen liepen vond ik het allemaal wel prima maar hoe dichter we bij de deur kwamen van de overdrachtsruimte, des te erger de kriebels in mijn buik werden die omhoog stegen om vervolgens een hartslag te hebben van 200/minuut.
Op het bord stond de volgende zin opgeplakt: “Good judgement comes from experience, experience comes from bad judgement”. Hmmm, is dit het motto van deze week of van heel het jaar? Of van het hele ziekenhuis?
Na een overdracht in het Swahili-Engels (waar ik graag de ondertiteling bij had gehad, want ik verstond er niets van...) via een omweg op mijn ward opgezocht. Ik sta deze week op de Female II, en dat is de afdeling waar de chirurgische en gynaecolische vrouwen liggen te liggen.
Ik vind het moeilijk om het gevoel van dag 1 te omschrijven, maar het komt erop neer dat mijn ideaalbeeld die dag, van wat ik hier in Afrika kwam doen, vermorzeld is. Ik had het idee om de wereld een stukje beter te maken en dat ze hier wel een arts konden gebruiken met de tekorten die ze hier hebben. Ik had het idee dat men hier hart voor de zaak heeft, zoals de gezondheidszorg in Nederland. Ik had het idee dat ze hier graag de situatie verbeterd zien en motivatie hebben hun eigen steentje bij te dragen om het hier beter te maken. Eenmaal thuis na de eerste dag wist ik niet of ik me nou wanhopig moest voelen en moest gaan zitten huilen of dat ik helemaal hyper vanalles moest gaan studeren zodat ik dan maar een steentje bij zou dragen in kennis en vaardigheden, omdat ik nou eenmaal geloof dat de druppels op de gloeiende plaat helpen.
Op de afdeling loopt er normaal geen arts rond en zien mensen soms een hele week geen arts. Elke dag komt de Assistent Medical Doctor (AMO, dat is een soort HBO-dokter) de afdeling op om de ‘special cases’ (volgens de zusters) te bespreken. Hij tekent wat dingetjes, drukt op een buik hier en daar en dan is hij weer weg voor de rest van de dag. De rest van de dag pappen de zusters maar wat aan met de patienten en komt het qua zorg en medeleven vooral neer op de familie die langs komt.
De zusters zijn enorm ongemotiveerd. Ze zitten meer op hun reet dan dat ze zorg leveren. In de ochtend gaan ze bedden verschonen en de vloer boenen. Om 10 uur is de thee en daarna in principe de visite langs de bedden.
Dus ik had braaf een deel van de zaal voorbereid uit onduidelijke swahili-engels-in-doktershandschrift-patientenstatussen zodat we om half 11 konden beginnen. Maar om half 11 geen zuster die te porren was om mee te lopen, ze hadden het allemaal ‘druk’ (“Waarmee dan? Jullie zitten hier met z’n ACHTEN te ZITTEN?! Kan er iemand alsjeblieft helpen?”) Maar goed, gelukkig hebben ze in Tanzania ook de co-assistent, woehoe! En die liepen gelukkig mee om te vertalen. Ze hadden ieder hun patient en gingen die met mij bespreken (grappig dat ik hier echt de dokter ben). Dus die ochtend wel mensen gezien, met de meest vage ziektebeelden (waar we hier geen diagnostiek naar kunnen doen, want ze hebben hier geen scans, uitgebreid laboratorium, etc. Dus we behandelen de symptomen, als er uberhaupt medicatie aanwezig is) of nieuwe tropische ziekten (die ik effe moest op zoeken voor de behandeling. Normaal is er supervisie van een meer ervaren dokter, maar hier is dat nauwelijks... opeens ben je dan verantwoordelijk voor de behandeling van een ziekte die je nu voor de eerste keer ziet...).
Als je een bloedonderzoek aan wil vragen, schrijf je het formuliertje en dan moet je de verpleging bijna smeken om dat vandaag uit te voeren, om vervolgens schaapachtig aangekeken te worden door de zuster die een zucht slaakt en het briefje vervolgens op het bureau legt. Goed... kijken of het gedaan wordt, maar het komt niet over alsof ze de noodzaak ervan in ziet...
Om 13 uur naar huis gegaan om te lunchen. Marlies had hetzelfde gevoel als ik en het is erg fijn dat je effe kunt spuien over de zieke patienten die vaak met z’n tweeen in een gammel bed liggen, visite die niet gedaan wordt, vliegen rond pussende wonden die maar eenmaal daags verschoont worden, medicatie waar nauwelijks naar wordt gekeken, de zusters die het ziekenhuis beheersen met een soort desinteresse gemengd met luiheid, de verschillen met de zorg in Nederland... Ik snap het denk ik nog allemaal niet zo hier. Hoe ontstaat het ziekenhuissysteem zoals het hier is en waarom houdt dat zichzelf blijkbaar in stand?
Maar gelukkig is daar dan ELISABETH!!! Elisabeth is de huishoudster die heerlijk kookt en altijd een glimlach op haar gezicht heeft! Elke drie maanden heeft zij andere student daktari’s in het huis, en ze verteld gelukkig dat iedereen dit door maakt, maar dat het beter wordt... Maar uiteindelijk dat iedereen het hier leuk heeft en veel leert. Nou, laat maar komen, dat leuke en leerzame! Verder vertikt Elisabeth om engels te praten, wat erg goed voor mijn swahili is. Kan het steeds meer volgen wat er gezegd wordt, maar grotendeels is het nog een groot mysterie waar het gesprek over gaat, haha!
Verder is Martha er ook eens in de week. Zij komt wassen en Elisabeth een beetje meehelpen, best gezellig zo!
’s Middags nog even terug gegaan naar het ziekenhuis, om te kijken of er nog wat gedaan kan worden. Toen ik de zaal op kwam lag er een meisje te schreeuwen van de pijn en niemand had daar blijkbaar last van. Ben ik nou de enige hier die dit hoort?! Gevraagd wat er met haar aan de hand was bij de zuster; “Ze heeft pijn.” (“Goh, echt!? Zou je niet zeggen?!”) Op de vraag of er iets aan gedaan werd, gingen de schouders van de zuster eenmaal omhoog en zag ik vervolgens twee dikke billen die zich op een stoel vestigden. Goed, waar liggen die medicijnlijsten? Een vinger wees in een richting en daar lag inderdaad een stapeltje papieren. Helaas bleek dat de patient een open pussende buikwond had na een buikoperatie en er geen medicatie was voorgeschreven, ook niet tegen de pijn... Het een en ander voorgeschreven, aan de zuster gegeven en gevraagd of ze de pijnmedicatie nu kon krijgen. “Nee, ik heb het druk (“Hoezo druk? Druk met zitten? Waar ben je druk mee?!”), de eerste ronde is weer om 6 uur”. Vervolgens dacht ik dit keer hardop: “Dus dan ligt ze nog minstens 3 uur te schreeuwen van de pijn?” “Ja.” Hier schiet ik geen hol mee op.
Vervolgens kijk ik naast me en daar liggen de aanvraagformuliertjes van de bloedonderzoeken die ik had aangevraagd tijdens de visite met de co-assistenten en waar dus nog niets mee gedaan is. En om me heen zittende of kletsende zusters die langzaam in en uit de zusterpost lopen. Ik was al gewaarschuwd dat je alleen tussen half 11 en 13 uur iets voor elkaar kon krijgen, maar ik voelde me toch zo hopeloos! Een gevoel van wat-doe-ik-hier? Of liever gezegd wat-doe-ik-hier-niet-wat-wel-kan-maar-niet-gedaan-wordt...
’s Avonds nog een poging gedaan om te studeren, maar het was wel erg druk in mijn hoofd... Vroeg naar bed dan maar!
Dag twee was al een stuk beter! Ik had me ’s ochtends voorgenomen dat als ik maar 1 patient help, dat dat tenminste iets is, en dat was het doel van de dag; 1 patient helpen. Er waren meer co-assistenten die me hielpen aan bed en ik kende al wat patienten van gisteren. Die dag meer patienten gezien en ik heb er daadwerkelijk meer dan 1 geholpen. En dat voelde zo goed! Enigzins euforisch kwam ik thuis en marlies had ook een goede dag gehad! ’s Middags waren enkele aanvragen voor bloedonderzoek uitgevoerd (woehoe!!!) dus ik kon toen ook nog wat doen ipv zoeken of ik alsjeblieft kon helpen.
Dag drie: tja....
In de ochtend heb ik de Nederlandse non ontmoet die het ziekenhuis runt. Ze was zelf een week opgenomen geweest in het ziekenhuis met malaria, dus onze begeleidster hadden we nog niet ontmoet. Tja, dokters worden ook ziek... Ik kwam de overdrachtsruimte in om half 8 en struikelde daar bijna over lilliputter van 1 m 40 met een wit kapje op en ik dacht: “Wie is die smurf?” Maar goed, dat bleek dus niet smurfin te zijn, maar de grote smurf van het ziekenhuis (“eigenlijk zou ze een rood kapje en een rode jurk aan moeten hebben”), genaamd Marie Jose. Aangenaam Marie Jose!
We hadden die ochtend grote visite op de Children’s ward, wat betekent dat je 2 uur met 20 witte jassen rond het bed van een kind staat om het binnenmondse swahili-engels van de co-assistent aan te horen wat opgelezen wordt. Daarna worden er pittige vragen gesteld en wordt menig co-assistent afgezeken (het lijkt Nederland wel, haha). Daarna wilde Marie Jose ons even zien, want ze had een ‘klusje’ voor ons bij de premature kindjes. Ze hebben hier geen couveuses, dus hier doen ze de kangaroo-methode (kind fulltime in een buidel bij de moeder) en dat werkt goed. Alleen zijn er geen gegevens, die Marie Jose graag wil hebben; ons ‘klusje’ dus! Dus of we het boek bij willen houden; prima hoor! Maar of we dan ook even de visite willen lopen op deze afdeling, naast onze eigen afdeling. Aangezien Marlies en ik beide die ochtend over een kind met een hersenvliesontsteking hebben gekeken (“Wat lief! Deze is zo lekker rustig! Wel een beetje warm, maar goed ze ligt ook onder twee dekens.... Huh, dit is een septisch kind?!....Oh...Shit...”) vonden we dat toch geen goed idee en kan ze het beter zelf doen.
Dag drie voelde thuis als een hectische dag en omdat ik ’s middags op de afdeling weer niets voor elkaar kreeg, was daar weer het wanhopige gevoel. Dus dag drie: tja...
Op dag 4 een beetje de hoop opgegeven. Op de afdeling alles weer nagekeken of de medicatie werd gegeven en of er nog uitslagen waren (om vervolgens dezelfde onderzoeken weer aan te vragen bij de zuster) en daarna ben ik naar Marlies haar afdeling gegaan. Daar heb ik het idee dat de zuster nog enigzins gemotiveerd zijn om de patient te helpen. Ik vond het erg fijn om te zien dat Marlies werd gehaald door een zuster omdat het niet goed ging met een patiente, en dat ze daarna meedachten over een patiente. Het kan dus toch... Samen met Marlies nog drie patienten gezien en over een behandelplan nagedacht. Daar heb ik mijn voldoening die dag uitgehaald.
’s Avonds kwam de welbekende broeder langs, waar we al voor gewaarschuwd waren door de andere co’s. Hele verhalen over dat hij ‘de Code’ heeft ontdekt 30 jaar geleden waardoor hij geen taal meer nodig heeft om mensen te verstaan en hij ook de vogels en bomen verstaat... (“Hmmm... dit kan nog leuk worden!”) Vervolgens begon hij over het feit dat hij in de jaren ’90 het medicijn tegen malaria heeft ontdekt, wat hij maar niet gepubliceerd kreeg.... (“Goed... geen oogcontact met Marlies hebben nu, anders krijg je de slappe lach....”) En daarna schepte hij ook nog even op dat hij een opleiding heeft opgezet waar volgend jaar 70 studenten in gaan stromen... (“Tuurlijk! Wat jij wil jongen!”) Maar ik wilde eigenlijk gaan hardlopen, dus de broeder eruit gebonjourt en tot de volgende keer!
Eenmaal aan het hardlopen heb ik het een kwartier volgehouden en vervolgens ben ik het huis weer ingevlucht, hahaha! Het is hier blijkbaar een happening als er iemand gaat hardlopen, laat staan een blanke die gaat hardlopen! Dus ik had steeds allemaal kinderen bij mij die op hun slippertjes achtervolgde onder een gegil van “mzungu mzungu mzungu!”. Toen er vervolgens een volwassen man van een weggetje aangerend kwam om mee te rennen, vond ik het wel genoeg geweest en ben ik binnen gaan touwtje springen en ook wat yoga gedaan. Nou maar hopen dat ik ook maar iets van een conditie over houdt na Afrika...
Vandaag heb ik op de afdeling nog wat kleine dingetjes geregeld, maar voornamelijk de dingen waar geen zuster bij betrokken kon worden, want ze waren vandaag maar met z’n drieen.
Ik werd Nog wel even snel met spoed bij een patient gevraagd; ze heeft twee SOA’s in een vergevorderd stadium zullen we maar zeggen (ze had er een acute buik door gekregen en was bijna dood) inclusief malaria. Dus ik vroeg me af wat er aan de hand was... Wilde haar man een foto van haar, de zuster en de mzungu doctor... Het leek mij niet echt een kodakmoment, maar goed, hier blijkbaar wel! Smile, ook al was je bijna dood... De patienten hier hebben wel erg veel respect voor je. Helaas kan ik ze nog onvoldoende helpen door de taal- en zusterbarriere, maar dit was pas week 1. Komt goed!
Verder bij de prematuren alles weer bijgeschaafd en toen was het alweer lunchtijd. Elisabeth heeft weer heerlijk gekookt! Vanavond zullen we wel zoals gewoonlijk een beetje chillen, lezen, ziektes leren, swahili oefenen, spelletjes doen, muggen vangen, etc. En dit weekend naar Mwanza! Er zit ook een co-assistent in Sumve, een dorp verder op, Mirte genaamd en die zien we daar! Gezellig!
En volgende week zien we wel weer... Komt goed, ik weet het zeker! Deze week was ook gewoon wennen aan alle nieuwe indrukken.
Verder zijn er ook wat mijlpalen bereikt in onze integratie in het Afrikaanse leven:
- het fruit eten gaat steeds makkelijker! In het begin zaten we helemaal onder het sap en vruchtvlees, maar tegenwoordig gaat het steeds beter
- de “give-me-money”-kids aan het hek zijn verwisseld in kinderen die dolgraag een ballon willen, erg leuk! Ik had opeens een stuk of negen koters om me heen, weet niet waar ze vandaag kwamen, maar allemaal helemaal dol met een ballon!
- we worden steeds beter in het muggen vangen, alhoewel ze wel erg snel zijn hier en in de loop van de avond al hun vriendjes ook bij ons binnen uitnodigen...
- onze buiken beginnen ook aan de afrikaanse bacterien te wennen, want sporadisch produceren we weliswaar een hele drol ipv diarree! Joehoe!
Dat was het weer lieve kijkbuiskinderen! Heel goed als je het alweer tot het laatste zin hebt uitgehouden!
Hou me op de hoogte van de roddels daar, alvast fijn weekend en doe de groeten aan de Sint! Zeg maar tegen hem dat ik zwarte pieten aan het werven ben voor volgend jaar!
Dikke kus
Martsja (omdat ze ook in dit land mijn naam niet kunnen uitspreken...)
Alles goed daar? Heeft niemand de roe in zijn schoen gevonden? Ik hoop dat Sinterklaas voor iedereen leuk was of nog leuk gaat worden dit weekend, dat jullie lekker aan het genieten zijn van de lichtjes op straat en de warme kop thee binnen terwijl het buiten koud is.
Hier hebben Marlies en ik de eerste week overleefd als daktari (=dokter). Na een gezellig weekend zijn Annemiek, Nienke en Pauline op zondag vertrokken om met de trein naar Dar te gaan. Zondag het huis opgeruimd en schoongemaakt, bedden verschoven naar andere kamers en jaja, onze backpack uitgepakt! Zo raar om die rugzak leeg in de hoek te hebben staan! Toen voelde het pas echt zo, dat we drie maanden hier blijven, best gek! Het is erg fijn om hier een thuis te hebben waar je de shampoo gewoon in de douche kunt laten staan en je kleren op een vaste plek in de kast liggen.
En toen was het maandag... op naar het ziekenhuis voor onze eerste dag... Toen we erheen liepen vond ik het allemaal wel prima maar hoe dichter we bij de deur kwamen van de overdrachtsruimte, des te erger de kriebels in mijn buik werden die omhoog stegen om vervolgens een hartslag te hebben van 200/minuut.
Op het bord stond de volgende zin opgeplakt: “Good judgement comes from experience, experience comes from bad judgement”. Hmmm, is dit het motto van deze week of van heel het jaar? Of van het hele ziekenhuis?
Na een overdracht in het Swahili-Engels (waar ik graag de ondertiteling bij had gehad, want ik verstond er niets van...) via een omweg op mijn ward opgezocht. Ik sta deze week op de Female II, en dat is de afdeling waar de chirurgische en gynaecolische vrouwen liggen te liggen.
Ik vind het moeilijk om het gevoel van dag 1 te omschrijven, maar het komt erop neer dat mijn ideaalbeeld die dag, van wat ik hier in Afrika kwam doen, vermorzeld is. Ik had het idee om de wereld een stukje beter te maken en dat ze hier wel een arts konden gebruiken met de tekorten die ze hier hebben. Ik had het idee dat men hier hart voor de zaak heeft, zoals de gezondheidszorg in Nederland. Ik had het idee dat ze hier graag de situatie verbeterd zien en motivatie hebben hun eigen steentje bij te dragen om het hier beter te maken. Eenmaal thuis na de eerste dag wist ik niet of ik me nou wanhopig moest voelen en moest gaan zitten huilen of dat ik helemaal hyper vanalles moest gaan studeren zodat ik dan maar een steentje bij zou dragen in kennis en vaardigheden, omdat ik nou eenmaal geloof dat de druppels op de gloeiende plaat helpen.
Op de afdeling loopt er normaal geen arts rond en zien mensen soms een hele week geen arts. Elke dag komt de Assistent Medical Doctor (AMO, dat is een soort HBO-dokter) de afdeling op om de ‘special cases’ (volgens de zusters) te bespreken. Hij tekent wat dingetjes, drukt op een buik hier en daar en dan is hij weer weg voor de rest van de dag. De rest van de dag pappen de zusters maar wat aan met de patienten en komt het qua zorg en medeleven vooral neer op de familie die langs komt.
De zusters zijn enorm ongemotiveerd. Ze zitten meer op hun reet dan dat ze zorg leveren. In de ochtend gaan ze bedden verschonen en de vloer boenen. Om 10 uur is de thee en daarna in principe de visite langs de bedden.
Dus ik had braaf een deel van de zaal voorbereid uit onduidelijke swahili-engels-in-doktershandschrift-patientenstatussen zodat we om half 11 konden beginnen. Maar om half 11 geen zuster die te porren was om mee te lopen, ze hadden het allemaal ‘druk’ (“Waarmee dan? Jullie zitten hier met z’n ACHTEN te ZITTEN?! Kan er iemand alsjeblieft helpen?”) Maar goed, gelukkig hebben ze in Tanzania ook de co-assistent, woehoe! En die liepen gelukkig mee om te vertalen. Ze hadden ieder hun patient en gingen die met mij bespreken (grappig dat ik hier echt de dokter ben). Dus die ochtend wel mensen gezien, met de meest vage ziektebeelden (waar we hier geen diagnostiek naar kunnen doen, want ze hebben hier geen scans, uitgebreid laboratorium, etc. Dus we behandelen de symptomen, als er uberhaupt medicatie aanwezig is) of nieuwe tropische ziekten (die ik effe moest op zoeken voor de behandeling. Normaal is er supervisie van een meer ervaren dokter, maar hier is dat nauwelijks... opeens ben je dan verantwoordelijk voor de behandeling van een ziekte die je nu voor de eerste keer ziet...).
Als je een bloedonderzoek aan wil vragen, schrijf je het formuliertje en dan moet je de verpleging bijna smeken om dat vandaag uit te voeren, om vervolgens schaapachtig aangekeken te worden door de zuster die een zucht slaakt en het briefje vervolgens op het bureau legt. Goed... kijken of het gedaan wordt, maar het komt niet over alsof ze de noodzaak ervan in ziet...
Om 13 uur naar huis gegaan om te lunchen. Marlies had hetzelfde gevoel als ik en het is erg fijn dat je effe kunt spuien over de zieke patienten die vaak met z’n tweeen in een gammel bed liggen, visite die niet gedaan wordt, vliegen rond pussende wonden die maar eenmaal daags verschoont worden, medicatie waar nauwelijks naar wordt gekeken, de zusters die het ziekenhuis beheersen met een soort desinteresse gemengd met luiheid, de verschillen met de zorg in Nederland... Ik snap het denk ik nog allemaal niet zo hier. Hoe ontstaat het ziekenhuissysteem zoals het hier is en waarom houdt dat zichzelf blijkbaar in stand?
Maar gelukkig is daar dan ELISABETH!!! Elisabeth is de huishoudster die heerlijk kookt en altijd een glimlach op haar gezicht heeft! Elke drie maanden heeft zij andere student daktari’s in het huis, en ze verteld gelukkig dat iedereen dit door maakt, maar dat het beter wordt... Maar uiteindelijk dat iedereen het hier leuk heeft en veel leert. Nou, laat maar komen, dat leuke en leerzame! Verder vertikt Elisabeth om engels te praten, wat erg goed voor mijn swahili is. Kan het steeds meer volgen wat er gezegd wordt, maar grotendeels is het nog een groot mysterie waar het gesprek over gaat, haha!
Verder is Martha er ook eens in de week. Zij komt wassen en Elisabeth een beetje meehelpen, best gezellig zo!
’s Middags nog even terug gegaan naar het ziekenhuis, om te kijken of er nog wat gedaan kan worden. Toen ik de zaal op kwam lag er een meisje te schreeuwen van de pijn en niemand had daar blijkbaar last van. Ben ik nou de enige hier die dit hoort?! Gevraagd wat er met haar aan de hand was bij de zuster; “Ze heeft pijn.” (“Goh, echt!? Zou je niet zeggen?!”) Op de vraag of er iets aan gedaan werd, gingen de schouders van de zuster eenmaal omhoog en zag ik vervolgens twee dikke billen die zich op een stoel vestigden. Goed, waar liggen die medicijnlijsten? Een vinger wees in een richting en daar lag inderdaad een stapeltje papieren. Helaas bleek dat de patient een open pussende buikwond had na een buikoperatie en er geen medicatie was voorgeschreven, ook niet tegen de pijn... Het een en ander voorgeschreven, aan de zuster gegeven en gevraagd of ze de pijnmedicatie nu kon krijgen. “Nee, ik heb het druk (“Hoezo druk? Druk met zitten? Waar ben je druk mee?!”), de eerste ronde is weer om 6 uur”. Vervolgens dacht ik dit keer hardop: “Dus dan ligt ze nog minstens 3 uur te schreeuwen van de pijn?” “Ja.” Hier schiet ik geen hol mee op.
Vervolgens kijk ik naast me en daar liggen de aanvraagformuliertjes van de bloedonderzoeken die ik had aangevraagd tijdens de visite met de co-assistenten en waar dus nog niets mee gedaan is. En om me heen zittende of kletsende zusters die langzaam in en uit de zusterpost lopen. Ik was al gewaarschuwd dat je alleen tussen half 11 en 13 uur iets voor elkaar kon krijgen, maar ik voelde me toch zo hopeloos! Een gevoel van wat-doe-ik-hier? Of liever gezegd wat-doe-ik-hier-niet-wat-wel-kan-maar-niet-gedaan-wordt...
’s Avonds nog een poging gedaan om te studeren, maar het was wel erg druk in mijn hoofd... Vroeg naar bed dan maar!
Dag twee was al een stuk beter! Ik had me ’s ochtends voorgenomen dat als ik maar 1 patient help, dat dat tenminste iets is, en dat was het doel van de dag; 1 patient helpen. Er waren meer co-assistenten die me hielpen aan bed en ik kende al wat patienten van gisteren. Die dag meer patienten gezien en ik heb er daadwerkelijk meer dan 1 geholpen. En dat voelde zo goed! Enigzins euforisch kwam ik thuis en marlies had ook een goede dag gehad! ’s Middags waren enkele aanvragen voor bloedonderzoek uitgevoerd (woehoe!!!) dus ik kon toen ook nog wat doen ipv zoeken of ik alsjeblieft kon helpen.
Dag drie: tja....
In de ochtend heb ik de Nederlandse non ontmoet die het ziekenhuis runt. Ze was zelf een week opgenomen geweest in het ziekenhuis met malaria, dus onze begeleidster hadden we nog niet ontmoet. Tja, dokters worden ook ziek... Ik kwam de overdrachtsruimte in om half 8 en struikelde daar bijna over lilliputter van 1 m 40 met een wit kapje op en ik dacht: “Wie is die smurf?” Maar goed, dat bleek dus niet smurfin te zijn, maar de grote smurf van het ziekenhuis (“eigenlijk zou ze een rood kapje en een rode jurk aan moeten hebben”), genaamd Marie Jose. Aangenaam Marie Jose!
We hadden die ochtend grote visite op de Children’s ward, wat betekent dat je 2 uur met 20 witte jassen rond het bed van een kind staat om het binnenmondse swahili-engels van de co-assistent aan te horen wat opgelezen wordt. Daarna worden er pittige vragen gesteld en wordt menig co-assistent afgezeken (het lijkt Nederland wel, haha). Daarna wilde Marie Jose ons even zien, want ze had een ‘klusje’ voor ons bij de premature kindjes. Ze hebben hier geen couveuses, dus hier doen ze de kangaroo-methode (kind fulltime in een buidel bij de moeder) en dat werkt goed. Alleen zijn er geen gegevens, die Marie Jose graag wil hebben; ons ‘klusje’ dus! Dus of we het boek bij willen houden; prima hoor! Maar of we dan ook even de visite willen lopen op deze afdeling, naast onze eigen afdeling. Aangezien Marlies en ik beide die ochtend over een kind met een hersenvliesontsteking hebben gekeken (“Wat lief! Deze is zo lekker rustig! Wel een beetje warm, maar goed ze ligt ook onder twee dekens.... Huh, dit is een septisch kind?!....Oh...Shit...”) vonden we dat toch geen goed idee en kan ze het beter zelf doen.
Dag drie voelde thuis als een hectische dag en omdat ik ’s middags op de afdeling weer niets voor elkaar kreeg, was daar weer het wanhopige gevoel. Dus dag drie: tja...
Op dag 4 een beetje de hoop opgegeven. Op de afdeling alles weer nagekeken of de medicatie werd gegeven en of er nog uitslagen waren (om vervolgens dezelfde onderzoeken weer aan te vragen bij de zuster) en daarna ben ik naar Marlies haar afdeling gegaan. Daar heb ik het idee dat de zuster nog enigzins gemotiveerd zijn om de patient te helpen. Ik vond het erg fijn om te zien dat Marlies werd gehaald door een zuster omdat het niet goed ging met een patiente, en dat ze daarna meedachten over een patiente. Het kan dus toch... Samen met Marlies nog drie patienten gezien en over een behandelplan nagedacht. Daar heb ik mijn voldoening die dag uitgehaald.
’s Avonds kwam de welbekende broeder langs, waar we al voor gewaarschuwd waren door de andere co’s. Hele verhalen over dat hij ‘de Code’ heeft ontdekt 30 jaar geleden waardoor hij geen taal meer nodig heeft om mensen te verstaan en hij ook de vogels en bomen verstaat... (“Hmmm... dit kan nog leuk worden!”) Vervolgens begon hij over het feit dat hij in de jaren ’90 het medicijn tegen malaria heeft ontdekt, wat hij maar niet gepubliceerd kreeg.... (“Goed... geen oogcontact met Marlies hebben nu, anders krijg je de slappe lach....”) En daarna schepte hij ook nog even op dat hij een opleiding heeft opgezet waar volgend jaar 70 studenten in gaan stromen... (“Tuurlijk! Wat jij wil jongen!”) Maar ik wilde eigenlijk gaan hardlopen, dus de broeder eruit gebonjourt en tot de volgende keer!
Eenmaal aan het hardlopen heb ik het een kwartier volgehouden en vervolgens ben ik het huis weer ingevlucht, hahaha! Het is hier blijkbaar een happening als er iemand gaat hardlopen, laat staan een blanke die gaat hardlopen! Dus ik had steeds allemaal kinderen bij mij die op hun slippertjes achtervolgde onder een gegil van “mzungu mzungu mzungu!”. Toen er vervolgens een volwassen man van een weggetje aangerend kwam om mee te rennen, vond ik het wel genoeg geweest en ben ik binnen gaan touwtje springen en ook wat yoga gedaan. Nou maar hopen dat ik ook maar iets van een conditie over houdt na Afrika...
Vandaag heb ik op de afdeling nog wat kleine dingetjes geregeld, maar voornamelijk de dingen waar geen zuster bij betrokken kon worden, want ze waren vandaag maar met z’n drieen.
Ik werd Nog wel even snel met spoed bij een patient gevraagd; ze heeft twee SOA’s in een vergevorderd stadium zullen we maar zeggen (ze had er een acute buik door gekregen en was bijna dood) inclusief malaria. Dus ik vroeg me af wat er aan de hand was... Wilde haar man een foto van haar, de zuster en de mzungu doctor... Het leek mij niet echt een kodakmoment, maar goed, hier blijkbaar wel! Smile, ook al was je bijna dood... De patienten hier hebben wel erg veel respect voor je. Helaas kan ik ze nog onvoldoende helpen door de taal- en zusterbarriere, maar dit was pas week 1. Komt goed!
Verder bij de prematuren alles weer bijgeschaafd en toen was het alweer lunchtijd. Elisabeth heeft weer heerlijk gekookt! Vanavond zullen we wel zoals gewoonlijk een beetje chillen, lezen, ziektes leren, swahili oefenen, spelletjes doen, muggen vangen, etc. En dit weekend naar Mwanza! Er zit ook een co-assistent in Sumve, een dorp verder op, Mirte genaamd en die zien we daar! Gezellig!
En volgende week zien we wel weer... Komt goed, ik weet het zeker! Deze week was ook gewoon wennen aan alle nieuwe indrukken.
Verder zijn er ook wat mijlpalen bereikt in onze integratie in het Afrikaanse leven:
- het fruit eten gaat steeds makkelijker! In het begin zaten we helemaal onder het sap en vruchtvlees, maar tegenwoordig gaat het steeds beter
- de “give-me-money”-kids aan het hek zijn verwisseld in kinderen die dolgraag een ballon willen, erg leuk! Ik had opeens een stuk of negen koters om me heen, weet niet waar ze vandaag kwamen, maar allemaal helemaal dol met een ballon!
- we worden steeds beter in het muggen vangen, alhoewel ze wel erg snel zijn hier en in de loop van de avond al hun vriendjes ook bij ons binnen uitnodigen...
- onze buiken beginnen ook aan de afrikaanse bacterien te wennen, want sporadisch produceren we weliswaar een hele drol ipv diarree! Joehoe!
Dat was het weer lieve kijkbuiskinderen! Heel goed als je het alweer tot het laatste zin hebt uitgehouden!
Hou me op de hoogte van de roddels daar, alvast fijn weekend en doe de groeten aan de Sint! Zeg maar tegen hem dat ik zwarte pieten aan het werven ben voor volgend jaar!
Dikke kus
Martsja (omdat ze ook in dit land mijn naam niet kunnen uitspreken...)
-
05 December 2008 - 16:41
Zus:
KORTOM: wat heb je nou geleerd???? Dat Nederland een ZORGSTAAT is en dat wij Hollanders daar allemaal heel veel belasting voor betalen!!! Dat kennen ze in Afrika niet. Wen er maar aan. Ze weten gewoon niet beter. (Justins papa is overleden omdat er simpelweg wel medicijnen waren maar ze de uitslag van het onderzoek nog niet hadden.... Je weet wel; die papiertjes die bij de zusters op het bureau liggen... te liggen.....) -
05 December 2008 - 16:44
Ps:
met je neus in de boter...... -
05 December 2008 - 17:38
Marcel De Grote Neef:
hola mutske,
als je weer thuis bent doen we een x onder het genot van een vers getapt biertje, bomen over hoe de wereld eigenlijk in elkaar zit. kijk goed rond en leer...
greetz -
05 December 2008 - 21:34
Chema:
Ik geloof dat die roe beter naar de zusters aldaar gestuurd kan worden........
Succes met die luie apparaten! -
06 December 2008 - 11:21
Annette:
Klinkt allemaal erg frustrerend! Maar zoals je zelf al zegt; het is pas de eerste week. Zodra je je draai gevonden hebt en de taal je beter afgaat komt het helemaal goed! Ben in ieder geval erg trots op je. -
06 December 2008 - 12:46
Annemiek:
Ja Maartje. Zo is het en zo blijft het. Het is niet goed als de blanke dokters, de paters en de nonnen steeds de problemen komen oplossen. Ze moeten het zelf doen, en het liefst ook zelf bedenken. Daarom werkt de Novib-methode en de microkredieten wel... Ik snap dat jouw doel van de dag is dat er iemand een beter medisch beleid krijgt, maar eigenlijk zou het zo moeten zijn dat dankzij jou een zuster gaat nadenken en meedenken. Trut ben ik hè ? -
06 December 2008 - 13:19
Ans:
HE lieve maart!
en...ik heb het weer tot t einde gered, je schrijft super!succes met de luie zusters en probeer je een beetje in te houden haha.:D.. Zolang jij 1 mens per dag helpt, heb je toch weer zo'n 90 druppels op een gloeiende plaat!
kus! -
07 December 2008 - 11:24
Anouk:
Hey Maart,
Nou het klinkt wel pittig allemaal, maar ik vind dat je er heel goed mee omgaat.
Succes daar met de tweede week en hoop dat je die zusters daar een beetje kunt motiveren ;-)
Kus! -
07 December 2008 - 12:46
Kavish:
Hey Maartje,
Allemaal heel herkenbaar...in suriname gaat het er in iets mindere mate ook zo aan toe. Het is gewoon zwaar frusterend als je constant als politieagentje achter de verpleging moet zitten...maar gaandeweg ga je er wel steeds beter mee om en zie je ook dat je meer gedaan krijgt..duzz daar komt verbetering in!! Ciao,
Kavish -
07 December 2008 - 14:35
Jan Spierings:
hey maartje. heb het allemaal gelezen k vind het allemaal knap en goed wat je daar doet. ben blij dat ik gewoon in nederland woon als ik dit zo allemaal lees. succes daar! groetjes jan -
07 December 2008 - 14:38
Ps:
fuck met je neus in de boter! jii verdient dit!
-
07 December 2008 - 21:04
Mariska:
Hey Hallo Meis,
Jeetje wat een verhaal! Dan hebben wij het hier toch maar goed!
Vind het knap dat je het allemaal kunt! Heel veel succes nog!!
Kus Maris -
10 December 2008 - 10:30
Lena:
Ha SUPERdokter!
RESPECT!!!!!
Heel veel succes en geduld toegewenst,
veel liefs. -
12 December 2008 - 12:28
Sanne:
Mambo!
Habari za kazi? Al een beetje gewend? Ik heb ook in Sengerema gezeten, en ik kan alleen maar zeggen, houd vol! Het wordt echt beter en leuker en iets overzichtelijker. Lekker slijmen tegen die nurses, gezellig hand in hand lopen enzo, en dan gaan ze ineens voor je rennen, en kan je nog met ze lachen ook. Ik weet zeker dat je het goed doet!
succes!
groetjes,
Sanne
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley