Van het harem van de Sultan weer back in reality
Door: Maartje
Blijf op de hoogte en volg Maartje
17 December 2008 | Tanzania, Sengerema
Hallo lieverds!
Alles goed daar in het koude kikkerland? Heeft Nederland al plat gelegen door een sneeuwstorm?
Hier is het tussen de 25 en 30 graden en aangenaam koel ’s nachts. Heel gek in december... Maar er zijn wel enorme regenbuien hier, echt geweldig! Het begint een beetje te rommelen en te waaien met een blauwe lucht boven je, maar een grauwe lucht in de verte. De temperatuur zakt in 10 minuten 10 graden naar beneden. En vervolgens een paar druppels, drie druppels meer, en daarna ben je ineens door- en doornat... Een soort douche, maar dan buiten en met je kleren aan, haha! Dit is ook een van de uitzonderlijke momenten in het leven van de Afrikaan dat hij een sprintje trekt. De ene Afrikaan rent zeiknat naar een afdakje en komt daar als een verzopen kat aan, de andere Afrikaan staat neuspeuterend te wachten bij zijn emmertje die hij heeft klaargezet om water op te vangen. En dan opeens houdt het gerommel van boven op, verschijnt er een blauwe lucht en schijnt de zon op je bol, en et voila, het is weer 27 graden.
Maar het regenseizoen terzijde, nu komen de belevenissen van de afgelopen week. Vorig weekend (6-7 december) zijn Marlies en ik naar Mwanza gegaan. Mwanza is de dichtbijzijnste stad, waar je met de daladala en met een mooie tocht met het pontje in een uur of 2-3 kunt zijn. Dit weekend zou Mirte er ook zijn. Mirte is de co-assistente die in Sumve zit, een dorpje de andere kant op.
Er waren eigenlijk geen plannen dat weekend. We gingen met z’n drieen een beetje chillen; we zouden wel zien! En dat bleek dus het beste plan te zijn!
Mirte had op vrijdagavond vrienden gemaakt met ene Mister Tulband, toen ze aan het internetten was in het Tilapia Hotel (het meest luxe hotel in Mwanza, waar we overigens niet sliepen hoor! Gewoon in een hotelletje verderop, maar hier kun je internetten en je hebt een zwembad!!!). Mister Tulband, genaamd Manjid (of hoe je het ook schrijft), is dus een belangrijke en rijke Indische man van een jaar of 50, die dus een tulband op heeft. Volgens mij heeft hij:
1. Teveel geld
2. Verveelt hij zich te pletter in een groot dorp als Mwanza, dus elke nieuwe vreemdeling is welkom
3. Heeft hij respect voor Nederlanders (hij heeft familie daar ergens en is er vaak geweest), zeker als ze vrijwillig als arts komen werken.
4. En lijkt het hier alsof je heel belangrijk bent als je met blanke mensen rondhangt.
Het komt er eigenlijk op neer dat we heel het weekend alleen het hotel en wat drankjes hebben betaald en voor de rest door de Sultan & Co in de watten zijn gelegd. You go Mirte met je nieuwe vrienden!
Nadat we zaterdag Mirte hadden opgespoord, werden we al uitgenodigd om zaterdagavond bij de Sultan te komen dineren in het Tilapia Hotel. Wel een beetje gek (“Hmmm...Wat moeten ze van ons? Verwachten ze nu wat terug? Zoeken ze nieuwe buikdanseressen voor hun harem?”), maar tja, we zien wel! Ik had dus echt geen nette kleren bij, dus een beetje sjabbie kwamen we daar aankakken. Poepiesjiek hotel!!! Met wel heel typisch, voornamelijk blanke gasten en zwart personeel... Maar eigenlijk was het heerlijk om niet steeds aangestaard te worden omdat je blank bent en niet telkens ‘mzungu’ naar je hoofd geslingerd te krijgen.
Ik ontspande daar; er was weinig bedreiging om me heen, niemand die geld van me moest, niet aangestaard te worden, niet steeds je zakken en tas in de gaten te hoeven houden... Ik weet dat het allemaal heel luxe was, nothing like the real Africa, maar het was even erg fijn!
Ene Lucas, ook een Indier maar dan zonder tulband, kwam ons ophalen en hij had ook een blanke engelse dame bij zich, Jacky. Toen werd het wat-willen-ze-hier-voor-terug-gevoel wat minder en later bleek dat Jacky het ook allemaal een beetje raar vond om zoveel gratis te krijgen. Maar misschien bedoelde ze het echt gewoon goed! Je wordt ook erg wantrouwend door Afrika...
Zuster Marie Jose waarschuwde ons, dat ze alleen mensen vertrouwde als ze voor haar neus stonden, als ze weg waren kon het weer heel anders zijn. Wantrouwen is hier helaas blijkbaar nodig, zeker als er niet verder wordt gekeken dan je blanke huid. Er komen hier zelfs mensen aan het hek bij ons huis, met steeds dezelfde smoesjes: “Mijn vrouw en kind zijn net tijdens de bevalling overleden en ik heb geen geld voor een kist. Mag ik 20.000/30.000/etc van jou?” Terwijl een kist 5.000 shillings kost... Tja... Marlies en ik geven alleen geld aan een dame die duidelijk blind is en elke zondag komt. De rest van de tijd wordt je opgelicht.
Terug naar Mwanza: het diner was echt heerlijk! We werden in een aparte ruimte gezet met een grote tafel en een grote bakplaat. Het was een houten hutje, luxe tafel, aangrenzend aan het Victoriameer, met de lichtjes van de stad reflecterend op het water... Echt mooi! (“Waar zijn we nou weer beland?! In Nederland heb ik het zelfs nog nooit zo luxe gehad!”) Vervolgens ontmoette we Mister Tulband (aardige, rustige en lachende meneer met een tulband op) en kwam er een kok die een 9-gangen menu (!!!) voor ons klaar maakte op de bakplaat voor onze neus. En het was allemaal zoooooooooo lekker!!! Vis, kip, garnalen, inktvis, biefstuk, etc.... Geweldig! Zit je in de ochtend nog tussen de arme Afrikanen, zit je in de avond tussen de rijke Indiers; volgens mij heb ik nog nooit zo’n grote cultuurkloof in 1 dag overbrugd! Voldaan met een volle buik en een leeg glas bier nog een dessert gekregen (ROOMIJS met vers fruit!). De Sultan verliet de tafel omdat hij de volgende dag naar India en Nepal vloog voor zaken, maar Lucas zou ons verder vergezellen. Prima! Dus gingen de vier blanke vrouwen nog wat drinken met Lucas. Jacky ging vroeg naar haar hotel, omdat ze vroeg op moest.
Jacky is een engelse vrouw van een jaar of 30 en net getrouwd. Ze heeft de afgelopen 6 weken een fotoreportage gemaakt van Albino’s. Je weet wel, de witte negers hier. Ze zijn helemaal spierwit, hebben wit kroeshaar, blauwe ogen, maar hebben wel de brede neus en zoeloelippen. Dit komt door een ‘defect’ in je DNA, maar de Afrikanen denken dat de albino’s behekst zijn. Ze worden vaak uitgestoten door de stam of familie. En als ze al volwassen worden, worden ze vaak vermoord. De botten en andere resten van hun lichaam kun je hier verkopen aan de local helers/tam-tam-medicijnmannetjes, die er ‘medicijnen’ van maken. Een albino-lichaam kan al snel 6 miljoen shillings opleveren, en dus worden ze vaak vermoord door hun eigen stam of familie, om in stukjes verkocht te worden. Heel luguber... En daar maakt Jacky dus een reportage over, erg interessant!
Lucas heeft ons vervolgens nog de clubs van Mwanza laten zien (toen we wel erg ver de stad uitreden, was ik toch wel even bang dat hij ons ontvoerde en ging verkopen bij de haven... maar tja, als ik dan toch werd verkocht om in een harem te zitten, zat ik daar tenminste wel gezellig met Marlies en Mirte!) en toen heeft hij ons netjes bij ons hotel afgezet. Met het aanbod of we morgen bij zijn hotel in aanbouw kwamen zwemmen... met lunch... weer voor niets...
Dus de volgende dag, ontbijtje, beetje rondgekeuveld in Mwanza, over de markt geweest en toen naar het hotel van Lucas gegaan. Allemaal mensen aan het werk, want het was nog niet helemaal af. Beetje gek om daar binnen te komen (“Hi, Lucas invited us”)... Maar tja, we waren blank, vrouw en blijkbaar vrienden van Lucas, dus ga maar lekker zwemmen joh! Kregen we nog drankjes aangeboden, een handdoek en een hotelkamer voor onze beschikking om naar de wc te gaan of ons om te kleden... Echt zo apart! Ik had zo’n onrealistisch gevoel daar! Ik ben in Afrika, lig hier op een ligstoel aan een zwembad met uitzicht over het Victoriameer en de bergen van Mwanza, met een koud biertje in de hand, in een half afgeklust hotel van ene Lucas... Maar het was wel genieten!
Even later kwamen Jacky en Lucas aangeslenterd. Lucas was druk, die ging alleen met ons lunchen, dus met z’n vieren hadden we het zwembad voor ons zelf. Na een duik of 20 met veel vrouwelijk geleuter en gebabbel, werden we geroepen voor een (alweer) heerlijke lunch. Tijdens de lunch wijze gesprekken gehad met Jacky en Lucas, waar ik veel aan gehad heb.
Jacky was van mening dat deze reis met name voor jezelf was, dat het je eigen kijk op de wereld verbreedt. Een soort eye-opener voor je eigen ontwikkeling, die je in Nederland niet leert. Hier de wereld gaan verbeteren lukt je niet in 4 maanden. Lucas vulde haar aan. Hij merkte dat er wel degelijk verandering was in de Tanzaniaanse wereld en mentaliteit. Maar dat merk je niet in 4 maanden, alleen als je 4 jaar blijft. Dus wij doen hier wel iets wat uiteindelijk helpt, maar daar zullen we zelf weinig van merken. We gaan het met name in onszelf merken.
Met de uitnodiging van Sultan & Co dat we zeker weer welkom waren, namen we afscheid van Mirte en zijn we op het pontje gestapt. Bij de andere kant van de pont wilde iedereen zo graag de mzungu’s in hun daladala hebben, dat er een vechtpartij uitbrak waar wij middenin zaten. Wel effe eng... Ik heb Marlies de dichtbijzijnste dala ingeduwt (want die werd half meegesleurd) en toen volgde een uiterst hobbelige rit terug naar Sengerema.
Normaal zit je op elkaar in een daladala geduwt en gaat de dala pas als hij vol is (alhoewel je hier minder met je wang tegen het raam zit geplakt als in Dar es Salaam), maar nu was de dala bijna leeg... Dat tegen elkaar geduwt zitten, heeft een reden; het zorgt ervoor dat je niet heel de wagen door stuitert als ze over de onverharde weg vol met gaten en hobbels racen... En daar kwamen wij dus achter... Na drie kwartier krampachtig vast houden aan elke mogelijk steunpunt, hopend dat je niet tegen het plafond omhoog gelanceerd wordt, terwijl de tieten tegen je kin omhoog slaan, en ook nog ondertussen de fles zeepsop aan de zijkant van je tas opengaat (“wat ruikt deze dala toch fris”) die ook weer dicht moet, helemaal doorelkaar geschudt en verwilderd in Sengerema krampachtig uit de dala gestapt/gevallen, heb ik thuis een beetje beduust enige tijd voor me uit zitten staren, wrijvend over een pijnlijk achterwerk. Volgende keer een volle daladala.
En maandag mochten we weer; op naar het ziekenhuis! Op een vreemde manier had ik wel zin in die week, bring it on! Maar toen bleek dat maandag en dinsdag twee feestdagen waren en er niet werd gewerkt... jammerdebammer... Gelukkig waren er deze week twee flying doctors in het ziekenhuis; een Tanzaniaanse plastisch chirurg Dr. Waji, die een week zou blijven en een Amerikaanse orthopeed Dr. Carl, die 6 weken blijft. Dus we konden los op de OK, feestdag of niet!
Het was toch best een heftige week. Je ziet hier zoveel extreme dingen, alleen al op de poli van maandag om patienten te selecteren. Ik zat bij Dr. Carl, de orthopeed, en er komen zoveel kinderen binnen met misvormde voeten en benen. Ook een volwassen man met een botbreuk in z’n bovenbeen, waar hij al sinds juli (ja, ondanks het tijdsverschil is het hier ook al december) mee rond hinkte. In Nederland zie je dat echt niet!
Het is allemaal heel extreem hier; van een mooi Tanzania-moment beland je in een schokkende en vaak onbegrijpelijke situatie.
Ik heb de afgelopen dagen hier genoten van de volle maan, waarbij heel de wereld hier ’s nachts verlicht is. Of de sterren die hier altijd zijn (alleen op z’n kop staan in vergelijking met de Nederland).
Ik vind het mooi dat als kinderen hier eten krijgen, het aan het oudste kind wordt gegeven die het eerlijk onder de rest verdeeld.
Of dat het ziekenhuisgebeuren hier met name tussen de gebouwen in de buitenlucht afspeelt. Patienten liggen/zitten buiten, vrouwen staan in de rij bij de waterpomp en dragen het water op hun hoofd naar hun zieke familie, de gekleurde was die tussen de gebouwen en bomen aan het drogen is....
Er wordt altijd gebeden voor elk begin van de dag, voor de ronde op de afdeling, voor het eten; dit getuigd van het bewust zijn van een dankbaarheid en soort hogere opdracht.
Ik vind het grappig dat de president je hier overal aan de muur glimlachend aankijkt (Stel je voor; Trix of Balkenende...).
Ze doen hier ook niet aan privacy; tijdens het spreekuur op maandag komt er gewoon een vrouw met een schaal mango’s op haar hoofd binnen: “Lust u een mango?”. Erg grappig!
Of privacy voor borstvoeding te geven; no way! Elk moment, op de pont, op de markt, in de kroeg, wordt er een borst uitgeflapst en in een kind geduwd, gewoon waar iedereen bij is. De tieten slaan hier elke dag om je oren!
De chronische wachtstand van de Afrikanen blijft me ook verbazen. Ze zitten te wachten (Waarop? De bus, de dokter, het mango-vrouwtje?) met een
afwezige starende blik in hun ogen en geen enkele reactie op de vliegen/mensen/voertuigen om hen heen. Tijd wordt hier anders gezien, dus ze zien dit niet als wachten zoals in Nederland. Niemand haast zich (tenzij ze in de regen lopen), want je kunt niet alles bereiken in deze hitte. En als je dat wel doet, blijft er voor de ander niets over.
Maar aan de andere kant de schokkende en indrukwekkende momenten. Van de uitgemergelde aids-patienten krijg ik rillingen over mijn rug, omdat het in het echt toch anders is dan op tv. Ik vond het heftig om te zien dat een kind van 5 niemand heeft behalve zijn moeder met Aids die terminaal op de afdeling ligt.
Als vrouwen hier het zoveelste kind niet willen, steken ze zelf een breinaald in hun baarmoeder om zo een abortus te veroorzaken. Maar je kunt zo ook infecties veroorzaken waar ze half dood aan gaan. Of je krijgt een abces in je buik en dan moet je geopereerd worden. Ik heb vrijdag met zo’n operatie meegekeken. Ik bleef bij de operatie omdat ze die vrouw echt als vee behandelde. Half in shock moest ze zelf van bed tot bed klimmen, om op de OK-tafel een half uur achtergelaten te worden voordat het operatieteam kwam. Ik bleef bij haar, verder kon ik niets doen: je zag hoe bang ze was en ik weet nu ook hoe angstzweet ruikt. Op een vrouwonvriendelijke manier werd nog een onnodig vaginaal toucher gedaan, voordat de chirurg te vroeg een mes in haar buik zette; “O, ze is nog niet onder narcose”... Tijdens de operatie irriteerde de chirurg zich omdat ze opeens haar arm begon te bewegen. Tja, ik ben geen anesthesist, maar ik denk dat als ze haar arm beweegt, dat ze dan niet goed onder narcose is. Ik ben ook geen chirurg, maar het terugduwen van je darmen in je buik lijkt mij wel pijnlijk, en met te weinig narcose beweeg je dan je arm. Maar een spuitje spierverslappers doet wonderen tegen een bewegende arm en ze kreeg gelukkig ook wat narcose erbij. Toen ze aan de buik aan het sluiten waren, kwam ze weer te vroeg bij en trok ze haar benen op. Maar dan geen extra narcose... nee, ze duwen de benen bruut naar beneden en sluiten de drie lagen die ze nog moeten. Ik was zo verbaasd dat mensen zo onmenselijk kunnen zijn. Je weet toch dat je dit niet kunt maken? Moet ik jullie als ervaren oudere mensen gaan corrigeren op iets wat je zelf net zo goed weet als ik? Stel nou dat je eigen dochter daar ligt? Of jezelf? Echt ongelofelijk... Ik snap niet dat ze dit niet snappen, maar ik moet nog een manier vinden om subtiel duidelijk te maken dat ze hier wel om zouden moeten geven. Ik was zo verbaasd en boos ook daarna!
Er was ook een albino-kind bij de plastisch chirurg wat me bij zal blijven. Hij had twee enorme tumoren op zijn hoofd, waar vastgekoekt verband op zat. Dat verband werd door de plastisch chirurg lomp en onsubtiel van de tumoren afgerukt toen hij nog niet onder narcose was en het kind verging van de pijn. De tumoren zelf waren pussend, nu ook bloedend. Het stonk en er liepen maden in rond. Het duurde uiteraard nog zeker een kwartier voordat hij onder narcose ging en het zweet stond op zijn hoofd van de pijn. Je zag hem banger worden. Een hand die vast gehouden wordt, helpt des te minder hoe langer je op een OK-tafel ligt. Mijn maag draaide echt om.
Ik was ook blij toen Marlies en niet ik steriel mocht staan. Misselijk ben ik van de OK weggelopen toen de operatie begon. Marlies vertelde later dat er zo onhandig werd gesneden en gefrunnikt, dat ook zij tijdens de operatie er wanhopig van werd. Ze hebben nu een groot gat in zijn hoofd achtergelaten tot op zijn schedel, het gaas erin vastgehecht (wat dus niet verschoond kan worden), en de tumor was nog steeds niet helemaal weg. Hij was beter af als hij niet geopereerd werd, nu ligt het gevaar van een infectie op de loer. Eigenlijk is de kans op dat gevaar wel 99%.
Er zijn ook gebeurtenissen die op een andere manier me een brok in mijn keel geven. Alle kinderen worden hier van hun moeder weggesleurd en schreeuwend naar de OK gebracht. Maar er was een jongen van 6 jaar, die ik zo moedig vond! Hij had enorme verklevingen en aan elkaar verkleefde handen en armen door een verbranding. Hij kwam zelf de OK opgelopen, gaat vervolgens op schoot van de chirurg zitten en vraagt hoe hij geholpen kan worden, om vervolgens zelf op de tafel te klimmen. En dat jongetje was 6 jaar. Zo’n moedig kind. Ik kon slikken wat ik wilde, maar die brok ging niet weg.
Maar die brok in mijn keel is een beetje een chronisch verschijnsel hier, er zijn zoveel indrukwekkende momenten! Ik merk daar vooral thuis en nu ik erover schrijf iets van, maar in het ziekenhuis zal ik er geen traan over zal laten.
Wat erg leuk is, is dat je van Dr. Carl (de orthopeed) heel veel mag doen. Ik heb bijvoorbeeld al mijn eerste gebroken arm gerepositioneerd (wat betekent; heel hard aan de gebroken arm trekken, het stukje bot de goede richting op duwen, zo vasthouden en Dr. Carl schroeft er van buitenaf een pen in), mijn eerste varus- en valgus-been goed gezet (wat betekent dat je uit misvormd been een stuk bot hakt, het been goed zet (of het laatste stukje breekt), alles weer dichthecht en in het gips zet) en menig klompvoet ingegipst (zo kon ik mijn gemiste Sinterklaas-surprise-knutsel-verlangen ruimschoots goedmaken).
Dr. Carl is ook een erg leuke man. Deze week is nog zijn dochter Suzanne bij hem, maar daarna is hij alleen. We hebben zaterdag erg lekker en gezellig bij hen gegeten.
Hij komt ook kerstmis bij ons vieren, samen met de buren, en met Mirte en Marijn (de co uit Rubya, een heel stuk verderop).
Hij heeft al meerdere trips gedaan naar Afrika, dus ik kon mijn frustraties wel bij hem kwijt en hij snapt het ook. Doe wat je kunt, en dat is tenminste iets. En de wijze woorden “expectations are you’re enemy, flexibility is your friend”. Een passend motto voor week drie!
De verhalen worden steeds langer volgens mij, hahaha! Maar er is ook zoveel te vertellen in een week Afrika en zo weinig stroom en internet tegenwoordig, dus elke kans die we hebben... dan maar een lang verhaal! En het is ook fijn om het gewoon van je af te schrijven. Heb ik meteen een dagboekje voor later!
Dus wederom een schouderklopje als je hebt volgehouden!
En je weet het, als er roddels zijn: let me know! Of als je gewoon effe wilt mailen, ik vind het erg leuk te horen hoe het met jullie gaat!
Doeg!
Kuskus
Maart
Alles goed daar in het koude kikkerland? Heeft Nederland al plat gelegen door een sneeuwstorm?
Hier is het tussen de 25 en 30 graden en aangenaam koel ’s nachts. Heel gek in december... Maar er zijn wel enorme regenbuien hier, echt geweldig! Het begint een beetje te rommelen en te waaien met een blauwe lucht boven je, maar een grauwe lucht in de verte. De temperatuur zakt in 10 minuten 10 graden naar beneden. En vervolgens een paar druppels, drie druppels meer, en daarna ben je ineens door- en doornat... Een soort douche, maar dan buiten en met je kleren aan, haha! Dit is ook een van de uitzonderlijke momenten in het leven van de Afrikaan dat hij een sprintje trekt. De ene Afrikaan rent zeiknat naar een afdakje en komt daar als een verzopen kat aan, de andere Afrikaan staat neuspeuterend te wachten bij zijn emmertje die hij heeft klaargezet om water op te vangen. En dan opeens houdt het gerommel van boven op, verschijnt er een blauwe lucht en schijnt de zon op je bol, en et voila, het is weer 27 graden.
Maar het regenseizoen terzijde, nu komen de belevenissen van de afgelopen week. Vorig weekend (6-7 december) zijn Marlies en ik naar Mwanza gegaan. Mwanza is de dichtbijzijnste stad, waar je met de daladala en met een mooie tocht met het pontje in een uur of 2-3 kunt zijn. Dit weekend zou Mirte er ook zijn. Mirte is de co-assistente die in Sumve zit, een dorpje de andere kant op.
Er waren eigenlijk geen plannen dat weekend. We gingen met z’n drieen een beetje chillen; we zouden wel zien! En dat bleek dus het beste plan te zijn!
Mirte had op vrijdagavond vrienden gemaakt met ene Mister Tulband, toen ze aan het internetten was in het Tilapia Hotel (het meest luxe hotel in Mwanza, waar we overigens niet sliepen hoor! Gewoon in een hotelletje verderop, maar hier kun je internetten en je hebt een zwembad!!!). Mister Tulband, genaamd Manjid (of hoe je het ook schrijft), is dus een belangrijke en rijke Indische man van een jaar of 50, die dus een tulband op heeft. Volgens mij heeft hij:
1. Teveel geld
2. Verveelt hij zich te pletter in een groot dorp als Mwanza, dus elke nieuwe vreemdeling is welkom
3. Heeft hij respect voor Nederlanders (hij heeft familie daar ergens en is er vaak geweest), zeker als ze vrijwillig als arts komen werken.
4. En lijkt het hier alsof je heel belangrijk bent als je met blanke mensen rondhangt.
Het komt er eigenlijk op neer dat we heel het weekend alleen het hotel en wat drankjes hebben betaald en voor de rest door de Sultan & Co in de watten zijn gelegd. You go Mirte met je nieuwe vrienden!
Nadat we zaterdag Mirte hadden opgespoord, werden we al uitgenodigd om zaterdagavond bij de Sultan te komen dineren in het Tilapia Hotel. Wel een beetje gek (“Hmmm...Wat moeten ze van ons? Verwachten ze nu wat terug? Zoeken ze nieuwe buikdanseressen voor hun harem?”), maar tja, we zien wel! Ik had dus echt geen nette kleren bij, dus een beetje sjabbie kwamen we daar aankakken. Poepiesjiek hotel!!! Met wel heel typisch, voornamelijk blanke gasten en zwart personeel... Maar eigenlijk was het heerlijk om niet steeds aangestaard te worden omdat je blank bent en niet telkens ‘mzungu’ naar je hoofd geslingerd te krijgen.
Ik ontspande daar; er was weinig bedreiging om me heen, niemand die geld van me moest, niet aangestaard te worden, niet steeds je zakken en tas in de gaten te hoeven houden... Ik weet dat het allemaal heel luxe was, nothing like the real Africa, maar het was even erg fijn!
Ene Lucas, ook een Indier maar dan zonder tulband, kwam ons ophalen en hij had ook een blanke engelse dame bij zich, Jacky. Toen werd het wat-willen-ze-hier-voor-terug-gevoel wat minder en later bleek dat Jacky het ook allemaal een beetje raar vond om zoveel gratis te krijgen. Maar misschien bedoelde ze het echt gewoon goed! Je wordt ook erg wantrouwend door Afrika...
Zuster Marie Jose waarschuwde ons, dat ze alleen mensen vertrouwde als ze voor haar neus stonden, als ze weg waren kon het weer heel anders zijn. Wantrouwen is hier helaas blijkbaar nodig, zeker als er niet verder wordt gekeken dan je blanke huid. Er komen hier zelfs mensen aan het hek bij ons huis, met steeds dezelfde smoesjes: “Mijn vrouw en kind zijn net tijdens de bevalling overleden en ik heb geen geld voor een kist. Mag ik 20.000/30.000/etc van jou?” Terwijl een kist 5.000 shillings kost... Tja... Marlies en ik geven alleen geld aan een dame die duidelijk blind is en elke zondag komt. De rest van de tijd wordt je opgelicht.
Terug naar Mwanza: het diner was echt heerlijk! We werden in een aparte ruimte gezet met een grote tafel en een grote bakplaat. Het was een houten hutje, luxe tafel, aangrenzend aan het Victoriameer, met de lichtjes van de stad reflecterend op het water... Echt mooi! (“Waar zijn we nou weer beland?! In Nederland heb ik het zelfs nog nooit zo luxe gehad!”) Vervolgens ontmoette we Mister Tulband (aardige, rustige en lachende meneer met een tulband op) en kwam er een kok die een 9-gangen menu (!!!) voor ons klaar maakte op de bakplaat voor onze neus. En het was allemaal zoooooooooo lekker!!! Vis, kip, garnalen, inktvis, biefstuk, etc.... Geweldig! Zit je in de ochtend nog tussen de arme Afrikanen, zit je in de avond tussen de rijke Indiers; volgens mij heb ik nog nooit zo’n grote cultuurkloof in 1 dag overbrugd! Voldaan met een volle buik en een leeg glas bier nog een dessert gekregen (ROOMIJS met vers fruit!). De Sultan verliet de tafel omdat hij de volgende dag naar India en Nepal vloog voor zaken, maar Lucas zou ons verder vergezellen. Prima! Dus gingen de vier blanke vrouwen nog wat drinken met Lucas. Jacky ging vroeg naar haar hotel, omdat ze vroeg op moest.
Jacky is een engelse vrouw van een jaar of 30 en net getrouwd. Ze heeft de afgelopen 6 weken een fotoreportage gemaakt van Albino’s. Je weet wel, de witte negers hier. Ze zijn helemaal spierwit, hebben wit kroeshaar, blauwe ogen, maar hebben wel de brede neus en zoeloelippen. Dit komt door een ‘defect’ in je DNA, maar de Afrikanen denken dat de albino’s behekst zijn. Ze worden vaak uitgestoten door de stam of familie. En als ze al volwassen worden, worden ze vaak vermoord. De botten en andere resten van hun lichaam kun je hier verkopen aan de local helers/tam-tam-medicijnmannetjes, die er ‘medicijnen’ van maken. Een albino-lichaam kan al snel 6 miljoen shillings opleveren, en dus worden ze vaak vermoord door hun eigen stam of familie, om in stukjes verkocht te worden. Heel luguber... En daar maakt Jacky dus een reportage over, erg interessant!
Lucas heeft ons vervolgens nog de clubs van Mwanza laten zien (toen we wel erg ver de stad uitreden, was ik toch wel even bang dat hij ons ontvoerde en ging verkopen bij de haven... maar tja, als ik dan toch werd verkocht om in een harem te zitten, zat ik daar tenminste wel gezellig met Marlies en Mirte!) en toen heeft hij ons netjes bij ons hotel afgezet. Met het aanbod of we morgen bij zijn hotel in aanbouw kwamen zwemmen... met lunch... weer voor niets...
Dus de volgende dag, ontbijtje, beetje rondgekeuveld in Mwanza, over de markt geweest en toen naar het hotel van Lucas gegaan. Allemaal mensen aan het werk, want het was nog niet helemaal af. Beetje gek om daar binnen te komen (“Hi, Lucas invited us”)... Maar tja, we waren blank, vrouw en blijkbaar vrienden van Lucas, dus ga maar lekker zwemmen joh! Kregen we nog drankjes aangeboden, een handdoek en een hotelkamer voor onze beschikking om naar de wc te gaan of ons om te kleden... Echt zo apart! Ik had zo’n onrealistisch gevoel daar! Ik ben in Afrika, lig hier op een ligstoel aan een zwembad met uitzicht over het Victoriameer en de bergen van Mwanza, met een koud biertje in de hand, in een half afgeklust hotel van ene Lucas... Maar het was wel genieten!
Even later kwamen Jacky en Lucas aangeslenterd. Lucas was druk, die ging alleen met ons lunchen, dus met z’n vieren hadden we het zwembad voor ons zelf. Na een duik of 20 met veel vrouwelijk geleuter en gebabbel, werden we geroepen voor een (alweer) heerlijke lunch. Tijdens de lunch wijze gesprekken gehad met Jacky en Lucas, waar ik veel aan gehad heb.
Jacky was van mening dat deze reis met name voor jezelf was, dat het je eigen kijk op de wereld verbreedt. Een soort eye-opener voor je eigen ontwikkeling, die je in Nederland niet leert. Hier de wereld gaan verbeteren lukt je niet in 4 maanden. Lucas vulde haar aan. Hij merkte dat er wel degelijk verandering was in de Tanzaniaanse wereld en mentaliteit. Maar dat merk je niet in 4 maanden, alleen als je 4 jaar blijft. Dus wij doen hier wel iets wat uiteindelijk helpt, maar daar zullen we zelf weinig van merken. We gaan het met name in onszelf merken.
Met de uitnodiging van Sultan & Co dat we zeker weer welkom waren, namen we afscheid van Mirte en zijn we op het pontje gestapt. Bij de andere kant van de pont wilde iedereen zo graag de mzungu’s in hun daladala hebben, dat er een vechtpartij uitbrak waar wij middenin zaten. Wel effe eng... Ik heb Marlies de dichtbijzijnste dala ingeduwt (want die werd half meegesleurd) en toen volgde een uiterst hobbelige rit terug naar Sengerema.
Normaal zit je op elkaar in een daladala geduwt en gaat de dala pas als hij vol is (alhoewel je hier minder met je wang tegen het raam zit geplakt als in Dar es Salaam), maar nu was de dala bijna leeg... Dat tegen elkaar geduwt zitten, heeft een reden; het zorgt ervoor dat je niet heel de wagen door stuitert als ze over de onverharde weg vol met gaten en hobbels racen... En daar kwamen wij dus achter... Na drie kwartier krampachtig vast houden aan elke mogelijk steunpunt, hopend dat je niet tegen het plafond omhoog gelanceerd wordt, terwijl de tieten tegen je kin omhoog slaan, en ook nog ondertussen de fles zeepsop aan de zijkant van je tas opengaat (“wat ruikt deze dala toch fris”) die ook weer dicht moet, helemaal doorelkaar geschudt en verwilderd in Sengerema krampachtig uit de dala gestapt/gevallen, heb ik thuis een beetje beduust enige tijd voor me uit zitten staren, wrijvend over een pijnlijk achterwerk. Volgende keer een volle daladala.
En maandag mochten we weer; op naar het ziekenhuis! Op een vreemde manier had ik wel zin in die week, bring it on! Maar toen bleek dat maandag en dinsdag twee feestdagen waren en er niet werd gewerkt... jammerdebammer... Gelukkig waren er deze week twee flying doctors in het ziekenhuis; een Tanzaniaanse plastisch chirurg Dr. Waji, die een week zou blijven en een Amerikaanse orthopeed Dr. Carl, die 6 weken blijft. Dus we konden los op de OK, feestdag of niet!
Het was toch best een heftige week. Je ziet hier zoveel extreme dingen, alleen al op de poli van maandag om patienten te selecteren. Ik zat bij Dr. Carl, de orthopeed, en er komen zoveel kinderen binnen met misvormde voeten en benen. Ook een volwassen man met een botbreuk in z’n bovenbeen, waar hij al sinds juli (ja, ondanks het tijdsverschil is het hier ook al december) mee rond hinkte. In Nederland zie je dat echt niet!
Het is allemaal heel extreem hier; van een mooi Tanzania-moment beland je in een schokkende en vaak onbegrijpelijke situatie.
Ik heb de afgelopen dagen hier genoten van de volle maan, waarbij heel de wereld hier ’s nachts verlicht is. Of de sterren die hier altijd zijn (alleen op z’n kop staan in vergelijking met de Nederland).
Ik vind het mooi dat als kinderen hier eten krijgen, het aan het oudste kind wordt gegeven die het eerlijk onder de rest verdeeld.
Of dat het ziekenhuisgebeuren hier met name tussen de gebouwen in de buitenlucht afspeelt. Patienten liggen/zitten buiten, vrouwen staan in de rij bij de waterpomp en dragen het water op hun hoofd naar hun zieke familie, de gekleurde was die tussen de gebouwen en bomen aan het drogen is....
Er wordt altijd gebeden voor elk begin van de dag, voor de ronde op de afdeling, voor het eten; dit getuigd van het bewust zijn van een dankbaarheid en soort hogere opdracht.
Ik vind het grappig dat de president je hier overal aan de muur glimlachend aankijkt (Stel je voor; Trix of Balkenende...).
Ze doen hier ook niet aan privacy; tijdens het spreekuur op maandag komt er gewoon een vrouw met een schaal mango’s op haar hoofd binnen: “Lust u een mango?”. Erg grappig!
Of privacy voor borstvoeding te geven; no way! Elk moment, op de pont, op de markt, in de kroeg, wordt er een borst uitgeflapst en in een kind geduwd, gewoon waar iedereen bij is. De tieten slaan hier elke dag om je oren!
De chronische wachtstand van de Afrikanen blijft me ook verbazen. Ze zitten te wachten (Waarop? De bus, de dokter, het mango-vrouwtje?) met een
afwezige starende blik in hun ogen en geen enkele reactie op de vliegen/mensen/voertuigen om hen heen. Tijd wordt hier anders gezien, dus ze zien dit niet als wachten zoals in Nederland. Niemand haast zich (tenzij ze in de regen lopen), want je kunt niet alles bereiken in deze hitte. En als je dat wel doet, blijft er voor de ander niets over.
Maar aan de andere kant de schokkende en indrukwekkende momenten. Van de uitgemergelde aids-patienten krijg ik rillingen over mijn rug, omdat het in het echt toch anders is dan op tv. Ik vond het heftig om te zien dat een kind van 5 niemand heeft behalve zijn moeder met Aids die terminaal op de afdeling ligt.
Als vrouwen hier het zoveelste kind niet willen, steken ze zelf een breinaald in hun baarmoeder om zo een abortus te veroorzaken. Maar je kunt zo ook infecties veroorzaken waar ze half dood aan gaan. Of je krijgt een abces in je buik en dan moet je geopereerd worden. Ik heb vrijdag met zo’n operatie meegekeken. Ik bleef bij de operatie omdat ze die vrouw echt als vee behandelde. Half in shock moest ze zelf van bed tot bed klimmen, om op de OK-tafel een half uur achtergelaten te worden voordat het operatieteam kwam. Ik bleef bij haar, verder kon ik niets doen: je zag hoe bang ze was en ik weet nu ook hoe angstzweet ruikt. Op een vrouwonvriendelijke manier werd nog een onnodig vaginaal toucher gedaan, voordat de chirurg te vroeg een mes in haar buik zette; “O, ze is nog niet onder narcose”... Tijdens de operatie irriteerde de chirurg zich omdat ze opeens haar arm begon te bewegen. Tja, ik ben geen anesthesist, maar ik denk dat als ze haar arm beweegt, dat ze dan niet goed onder narcose is. Ik ben ook geen chirurg, maar het terugduwen van je darmen in je buik lijkt mij wel pijnlijk, en met te weinig narcose beweeg je dan je arm. Maar een spuitje spierverslappers doet wonderen tegen een bewegende arm en ze kreeg gelukkig ook wat narcose erbij. Toen ze aan de buik aan het sluiten waren, kwam ze weer te vroeg bij en trok ze haar benen op. Maar dan geen extra narcose... nee, ze duwen de benen bruut naar beneden en sluiten de drie lagen die ze nog moeten. Ik was zo verbaasd dat mensen zo onmenselijk kunnen zijn. Je weet toch dat je dit niet kunt maken? Moet ik jullie als ervaren oudere mensen gaan corrigeren op iets wat je zelf net zo goed weet als ik? Stel nou dat je eigen dochter daar ligt? Of jezelf? Echt ongelofelijk... Ik snap niet dat ze dit niet snappen, maar ik moet nog een manier vinden om subtiel duidelijk te maken dat ze hier wel om zouden moeten geven. Ik was zo verbaasd en boos ook daarna!
Er was ook een albino-kind bij de plastisch chirurg wat me bij zal blijven. Hij had twee enorme tumoren op zijn hoofd, waar vastgekoekt verband op zat. Dat verband werd door de plastisch chirurg lomp en onsubtiel van de tumoren afgerukt toen hij nog niet onder narcose was en het kind verging van de pijn. De tumoren zelf waren pussend, nu ook bloedend. Het stonk en er liepen maden in rond. Het duurde uiteraard nog zeker een kwartier voordat hij onder narcose ging en het zweet stond op zijn hoofd van de pijn. Je zag hem banger worden. Een hand die vast gehouden wordt, helpt des te minder hoe langer je op een OK-tafel ligt. Mijn maag draaide echt om.
Ik was ook blij toen Marlies en niet ik steriel mocht staan. Misselijk ben ik van de OK weggelopen toen de operatie begon. Marlies vertelde later dat er zo onhandig werd gesneden en gefrunnikt, dat ook zij tijdens de operatie er wanhopig van werd. Ze hebben nu een groot gat in zijn hoofd achtergelaten tot op zijn schedel, het gaas erin vastgehecht (wat dus niet verschoond kan worden), en de tumor was nog steeds niet helemaal weg. Hij was beter af als hij niet geopereerd werd, nu ligt het gevaar van een infectie op de loer. Eigenlijk is de kans op dat gevaar wel 99%.
Er zijn ook gebeurtenissen die op een andere manier me een brok in mijn keel geven. Alle kinderen worden hier van hun moeder weggesleurd en schreeuwend naar de OK gebracht. Maar er was een jongen van 6 jaar, die ik zo moedig vond! Hij had enorme verklevingen en aan elkaar verkleefde handen en armen door een verbranding. Hij kwam zelf de OK opgelopen, gaat vervolgens op schoot van de chirurg zitten en vraagt hoe hij geholpen kan worden, om vervolgens zelf op de tafel te klimmen. En dat jongetje was 6 jaar. Zo’n moedig kind. Ik kon slikken wat ik wilde, maar die brok ging niet weg.
Maar die brok in mijn keel is een beetje een chronisch verschijnsel hier, er zijn zoveel indrukwekkende momenten! Ik merk daar vooral thuis en nu ik erover schrijf iets van, maar in het ziekenhuis zal ik er geen traan over zal laten.
Wat erg leuk is, is dat je van Dr. Carl (de orthopeed) heel veel mag doen. Ik heb bijvoorbeeld al mijn eerste gebroken arm gerepositioneerd (wat betekent; heel hard aan de gebroken arm trekken, het stukje bot de goede richting op duwen, zo vasthouden en Dr. Carl schroeft er van buitenaf een pen in), mijn eerste varus- en valgus-been goed gezet (wat betekent dat je uit misvormd been een stuk bot hakt, het been goed zet (of het laatste stukje breekt), alles weer dichthecht en in het gips zet) en menig klompvoet ingegipst (zo kon ik mijn gemiste Sinterklaas-surprise-knutsel-verlangen ruimschoots goedmaken).
Dr. Carl is ook een erg leuke man. Deze week is nog zijn dochter Suzanne bij hem, maar daarna is hij alleen. We hebben zaterdag erg lekker en gezellig bij hen gegeten.
Hij komt ook kerstmis bij ons vieren, samen met de buren, en met Mirte en Marijn (de co uit Rubya, een heel stuk verderop).
Hij heeft al meerdere trips gedaan naar Afrika, dus ik kon mijn frustraties wel bij hem kwijt en hij snapt het ook. Doe wat je kunt, en dat is tenminste iets. En de wijze woorden “expectations are you’re enemy, flexibility is your friend”. Een passend motto voor week drie!
De verhalen worden steeds langer volgens mij, hahaha! Maar er is ook zoveel te vertellen in een week Afrika en zo weinig stroom en internet tegenwoordig, dus elke kans die we hebben... dan maar een lang verhaal! En het is ook fijn om het gewoon van je af te schrijven. Heb ik meteen een dagboekje voor later!
Dus wederom een schouderklopje als je hebt volgehouden!
En je weet het, als er roddels zijn: let me know! Of als je gewoon effe wilt mailen, ik vind het erg leuk te horen hoe het met jullie gaat!
Doeg!
Kuskus
Maart
-
17 December 2008 - 16:39
Zus:
Tja, wat zal ik zeggen?
Klinkt allemaal heel bekend.
Welcome in Africa, land of many colours........
Het went, het went. En over 4 maanden ben je zo blij met alles wat je in Nederland wel hebt!
Kusje -
17 December 2008 - 16:48
Susan:
Hi mop!
Heb het wederom tot het einde volgehouden. Wel grappig hoe herkenbaar sommige dingen voor me zijn... De rijke mannen in Afrika, haha. En tja, de medische wereld: erg bizar!! Maar bedenk gewoon dat jij het leven van sommigen net een stukje beter maakt.
Kus -
17 December 2008 - 17:36
Sacha En Lidy:
Hee Maart, jezus val bijna van mijn stoel met zo'n lang verhaal...maar ook jij kunt het erg komisch vertellen!! Toppie, geniet er nog ff van!
Heel veel liefs -
17 December 2008 - 19:55
Geertje:
Wow, girl, wat een avonturen alemaal zeg, jeez!
Respect. Keep on writing.
denk aan je,
kus! -
17 December 2008 - 20:15
Chema:
Wow, je maakt echt heftige dingen mee... Echt respect!
Oh ja, fijne kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar!
Veel plezier,
Chema -
17 December 2008 - 20:51
Ineke:
Maartje je bent om van te houden, liefs, ineke -
17 December 2008 - 21:10
Annemiek:
Een schouderkloptje voor ons?!?!?! Tsssss
Denk aan je! x ex kootsch -
18 December 2008 - 03:02
Nella:
Nou Maartje ik zit hier diep in de nacht je verslagen te lezen : Errug boeiend hoor ! Ik heb er een heel stel achter elkaar moeten lezen, want ik liep achter hè ! Wat je allemaal daar niet meemaakt ! Net een film ja ! Ga nu toch maar gauw m'n bedje opzoeken ben zo moe na een avond werken, gelukkig gaat het hier (ons verpleeghuis) allemaal een stuk beter en menselijker ! Liefs, Nella -
18 December 2008 - 10:29
Broer:
Ik ben helemaal stil gevallen. Stil door de verschillen, stil door je verhaal, de dingen die je meemaakt.
Heb moeten lachen om bepaalde stukken, maar werd met name stil door de ervaringen in het ziekenhuis. Ik geloof best dat het went en dat je inziet dat het in NL inderdaad allemaal anders is. En wij maar klagen dat het soms niet goed is in NL. Dit soort stories, je eigen ervaringen die je deelt relativeert en maakt duidelijk dat we het helemaal zo slecht niet hebben.
Dikke kus
Ciske -
18 December 2008 - 12:54
Shortstop:
Hey Maart, nou het is makkelijk vol te houden hoor. Tjonge. Als je ooit tijd krijgt, schrijf je dan een boek?! Mooie kijk op alles heb je!
Enne, elke glimlach van jou naar een bange patient is er een... Respect!
Big hug
Lein -
18 December 2008 - 15:30
Zus Van De Melkboer:
hoi,
natuurlijk maak je verschil daar, ik ben trots op je.
dikke kus van sean en erin. Xx -
18 December 2008 - 16:48
Kavish:
Heftig hoor maartje! Ik weet zeker dat dit een enorme verrijking voor jou persoonlijke ontwikkeling. Keep up the good work!
Ciao,
Kavish -
20 December 2008 - 18:49
Annette:
Heej maartje! Het is fijn te lezen hoe het met je gaat en wat je allemaal mee maakt. Ik denk aan je!
-
21 December 2008 - 17:00
Zus:
Geloof dat jij met een rugzakje vol nieuwe unieke ervaringen weer terug komt. Fijne en minder fijne; je leert er altijd weer wat van!
Dikke kus en geniet er van. Zeker als Mr. Tulband weer verschijnt. Roomijs als kleine beloning voor alle dingen die je doet voor de Afrikaanse medemens, moet je nooit afslaan...
Kus zus en ook van de dames!
-
21 December 2008 - 19:50
Neeltje:
He lieve Maart, in 1 woord, wow wat een ervaringen! Ben er stil van, wel lastig op papier ;-) Zie verder mn mail. Liefs Neel! -
22 December 2008 - 21:35
Anneke Melker:
Zo leert een mens relativeren voor de rest van zijn /haar leven.
Ik heb enorme bewondering voor je moed en inzet en ben jaloers op de ervaringen die zo veelzijdig zijn.
Wat fantastisch dat je niet alleen bent.
Liefs
Anneke -
23 December 2008 - 15:57
Marijke:
Hey die Maartje,
wat een verhaal weer, ongelofelijk !!!!
Dat dat nog allemaal kan in deze wereld. Maar ja, niet te lang bij stilstaan, ik zal het waarschijnlijk toch nooit meemaken. Tof dat jij dat wel doet.
RESPECT !!
Succes en tot horens/mails.
Dikke kus Marijke
-
27 December 2008 - 20:08
Ans:
he maart,
oejoejoej..wat ben ik blij met de nederlandse ziekenhuizen.. maar ik ben ervan overtuigd dat je het allemaal aan kan en de artsen wat kan leren (hoe oud ook, misschien zijn ze vergeten wat een narcose inhoudt..?) fijn dat jullie zoveel van dr.Carl leren! Heb je verhalen verkeerd om gelezen trouwens :S...succes maar weer en een fijn oud en nieuw!
veel liefs, dikke kus!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley